Ontslag om bedrijfseconomische redenen
Er kan sprake zijn van ontslag om bedrijfseconomische redenen indien:
- De financiële situatie van de organisatie ernstig verslechterd is
- De omzet fors gekelderd is
- Er structureel minder werk is binnen de organisatie
- Bij beëindiging van (een deel van de ) bedrijfsactiviteiten
- Een bedrijfsverhuizing
- Outsourcing van werkzaamheden
U moet als werkgever ‘redelijke grond voor ontslag’ kunnen aantonen. Daarvan staan er acht in de wet vermeld.
Per 1 juli 2015 móet ontslag om economische redenen via het UWV verlopen. Dit kan niet meer via de kantonrechter. Het UWV toetst of er terecht een beroep wordt gedaan op ‘ontslag om bedrijfseconomische reden’.
Een werkgever moet, indien men een beroep doet op ‘ontslag om bedrijfseconomische redenen’ wel rekening houden met een aantal zaken, zoals een ontslagvolgorde en afspiegelingsbeginsel. Overigens geldt ook bij ontslag om bedrijfseconomische redenen de transitievergoeding.
Ontslagvolgorde
De ontslagvolgorde is meestal het afspiegelingsbeginsel. De gebruikelijke volgorde is daarbij:
- ingeleend personeel, zoals uitzendkrachten en ZZP’ers (niet payrollers)
- werknemers waarvan het contract binnen 26 weken afloopt
- AOW-gerechtigden
- werknemer die conform dit beginsel ‘aan de beurt zijn’
Werkgevers kunnen, mits dit afgesproken is in de CAO, maximaal 10% afwijken van dit afspiegelingsbeginsel.
Herplaatsingsinspanningen
Als u aan alle bovenstaande heeft voldaan, dan bent u er nog niet. Als werkgever heeft u een herplaatsingsinspanning. Pas wanneer u kunt aantonen dat u de werknemer niet kan herplaatsen (intern), dan mag u ontslag aanvragen.
Heeft u vragen over ontslag om bedrijfseconomische redenen of uw specifieke bedrijfssituatie? Belt u 0900 – 0913 (0,90 p.m., ma-vrij 09.00 – 21.00 uur). Onze experts weten meer van ontslagzaken!